Categories
University of Twente

Idee: UT-museum

Het eerste idee voor een museum op en over de Universiteit Twente (UT) was de uitkomst van een gedachtegang naar aanleiding van een artikel in het UT Nieuws over de Beeldbank (31 augustus 2011) waar de UT (volgens mij) erg trots op is. De Beeldbank is een online galerij met foto’s en films uit de afgelopen 50 jaar geschiedenis.

Het idee kwam terug bij het lezen van een artikel over het Open Huis in het UT Nieuws van 15 september 2011. Daarin stond een foto van twee gepensioneerden van de faculteit EWI met heel veel oude apparatuur; een deel van die apparatuur zou tijdens het Open Huis verkocht worden. De foto en tekst deden me meteen denken dat dat als deel van de geschiedenis van de UT niet zomaar weg mag en ik schreef dat dat thuishoort “in het nog op te richten UT-museum.”

Voor alleen die apparaten is een museum waarschijnlijk niet zo nuttig, want ze worden al bewaard en komt er iemand z’n stoel uit om naar oude instrumenten te kijken? En als dit alleen van EWI is, wat zouden TNW en CTW bij elkaar wel niet hebben? Het idee van een museum over de UT bleef heel vaag.

Maar bij de tête-à-tête in de Faculty Club getiteld “Campus in de verkoop” (19 oktober 2011) kwam het plotseling weer boven. Er werd gesproken over het meer openstellen van faciliteiten op de campus voor het algemeen publiek (zoals sport en cultuur, hoewel dat al gebeurt), maar ook het open zijn voor publiek. Het Open Huis wordt door velen gezien als een groot succes, al plaatst Dave Blank de flinke kanttekening dat 10.000 mensen op de UT niet meteen iets is om jezelf voor op de borst te kloppen. Kunst in het Volkspark trekt jaarlijks ongeveer 20.000 mensen.

Toen discussieleider Kees van Ast opmerkte dat hij nog geen gekke ideeën had gehoord, heb ik wel getwijfeld of ik “museum” moest roepen van achter uit de zaal, maar het toch niet gedaan. Misschien waren vage ideeën zoals dit wel welkom, maar iets meer uitwerking leek me nuttiger voor het de wereld in te sturen. Na afloop noemde ik het idee nog aan Mark Weirath (Vrijhof Cultuurcentrum), maar hij vond 50 jaar nog niet oud genoeg voor een museum.

Desondanks heb ik het idee op een kladblaadje enigszins uitgewerkt, en nu hier. Ik ben benieuwd wat men ervan vindt.

UT-museum: het idee

Ik stel me een fysieke ruimte voor waarin iedereen informatie kan krijgen over alles wat zich op de UT afspeelt en heeft afgespeeld. Architectuur, studentenleven (waaronder activisme), gebeurtenissen, tentoonstellingen, de relatie met de omgeving enzovoort. Uiteraard moeten niet worden vergeten: onderzoek en onderwijs, (wetenschappelijke) prestaties, prijzen, ontdekkingen, prestigieuze wedstrijddeelnames.  Misschien moet het geen museum heten, maar bezoekerscentrum. Daar kan nog over gestemd worden. Voor specifieke vragen over onderwijs en onderzoek kunnen mensen natuurlijk worden doorverwezen naar Student Services en voorlichters van de betreffende faculteiten.

Zo’n informatiecentrum/bezoekerscentrum/museum is permanent en regelmatig open, want iedere bezoeker van de UT zou er even langs moeten kunnen gaan. Vanuit mijn eigen enthousiasme denk ik dat het gerund moet worden door vrijwilligers (studenten, medewerkers en gepensioneerden) met kennis van huidige ontwikkelingen. De ruimte hoeft niet groot te zijn, want ik verwacht geen enorm budget. Infozuilen zoals ze her en der in de gebouwen stonden nemen niet veel ruimte in en kunnen gebruikt worden om de veelal digitaal beschikbare informatie over te brengen; niet alles hoeft daarom fysiek aanwezig te zijn in de ruimte.

Als bezoekerscentrum zou het geschikt zijn als start- en eindpunt van wandelingen en rondleidingen over de campus. Informatie over buiten- en binnententoonstellingen kan er een plaats krijgen, net als info over alle andere evenementen die op en/of door de UT en/of studenten georganiseerd worden. Misschien willen bezoekers zelfs wel wat geld uitgeven – al moet de ‘museumwinkel’ niet overdreven groot zijn vergeleken met het ‘museum’. Naast de merchandise die de Union Shop verkoopt, kun je denken aan ansichtkaarten en posters van de campus, gebouwen, de rector magnificus, mooie plattegronden in alle huisstijlen en met afbeeldingen uit de Beeldbank.

Ook voor studenten zou het interessant zijn. Voor informatie over dingen die in de buurt te doen zijn is er een agendaoverzicht en veel achtergrondinformatie over de universiteit en leefomgeving is aanwezig. Ondanks de promotie voor het lustrum valt het kwartje dat ‘we’ 50 jaar bestaan niet altijd. Wat er in die 50 jaar allemaal is gebeurd blijft voor velen onbekende geschiedenis. En voor een snuif universiteitstrots kun je er ook terecht.

Idee in de praktijk

Er zijn wel wat factoren waarmee rekening gehouden dient te worden. Een paar vrijwilligers gaan het zelf niet voor elkaar krijgen een leuk museumpje in elkaar te zetten. De kennis, het materiaal, het geld en de ruimte ontbreken dan waarschijnlijk. Veel informatie is natuurlijk al op de UT beschikbaar en in plaats van dubbel werk te verrichten, kunnen we het beste samenwerken.

Actuele informatie is volop aanwezig bij het Reserveringsbureau en het Evenementenbureau, die het voor promotie doorsturen naar Marketing en Communicatie (voorheen Strategie en Communicatie, daarvoor Bureau Communicatie). Op haar beurt heeft de afdeling M&C een flink archief (hoop ik) van alle huisstijlen en promotiematerialen, zoals de foto’s en video’s van (inmiddels gepensioneerd) UT-fotograaf Jan Hesselink. Die foto’s zitten al (op zijn minst gedeeltelijk) in de Beeldbank, die een project is van Bibliotheek en Archief, waar men nog veel meer historisch materiaal heeft. Documenten over de oprichting van de Technische Hogeschool Twente, kennis over wat de UT aan publicaties heeft voortgebracht, maar in het archief van het College van Bestuur ligt natuurlijk ook de geschiedenis van de besluitvorming op de UT.

Bijna vanaf het begin is het THT Nieuws, later het UT Nieuws, erbij geweest. In hun archief zitten de verhalen en foto’s van een groot deel van de geschiedenis van de UT en het leven op de UT. Vrijhof Cultuurcentrum weet alles van de voorstellingen en tentoonstellingen op de campus, en de kunstobjecten die in de kunstuitleen en op de campus te vinden zijn. Wie weet willen mensen nog een affiche van een concert waar ze vroeger bij geweest zijn aan de muur en kan die on-demand geprint worden. Kennis van exposeren is daar ook aanwezig.

Verder hebben we nog de faculteiten, elk met eigen archieven en (blijkbaar) bewaarplekken voor oude instrumenten. Misschien zijn de letters “format c:”, zoals ze op de Zilverling (vroeger het informaticagebouw) zaten nog ergens bewaard gebleven. Het Facilitair Bedrijf heeft vast ergens oude maar herkenbare objecten (wegwijzers, lichtbakken, plattegronden) bewaard.

Als laatste, maar niet de minste: studenten. Zonder ons (ik hoor er nog bij) geen studentenleven, -activiteiten, -verenigingen, Campuswiki enzovoort. Als link tussen zo ongeveer alle studentenverenigingen zou de Student Union ook het kanaal tussen het museum/informatiecentrum/bezoekerscentrum kunnen zijn. De koepels Apollo, Sportraad, FACT en OS hebben directer contact met verenigingen, dus natuurlijk zijn die ook niet uit te sluiten.

Zeer voorbarig wellicht, maar wel praktisch, is nadenken over de ruimte. Mijn oog viel op de leegstaande ruimte in de Bastille die net is verlaten door de Campusboekhandel. Inkijk vanaf de Boulevard/Promenade, mooie afmetingen (hoewel er natuurlijk niet echt een zonneauto in past), tegenover de Unionshop (merchandise!) en de koffiecorner (ehm, koffie!) en daardoor vrij ideaal als uithangbord. Centraal gelegen, dus handig voor de wandelingen en rondleidingen. Tentoonstellingen in de Vrijhof zijn op kruipafstand.

Misschien is het zelfs een interessant praktijkproject voor studenten Science Communication?

En nu…

Zoals gezegd: ik ben benieuwd naar feedback. Dit hele idee kwam snel op, het is uitgewerkt op een kladblaadje en eventuele probleempunten zijn nog niet aan de orde geweest. Als er genoeg mensen (in alle belangrijke partijen) enthousiast zijn, kunnen we een echt plan gaan maken. Mail me (vind me in het telefoonboek), mention mij (@bencomp) op Twitter, of spreek me aan.